Het werk van Richard Long (Bristol, 1945) roept een groot gevoel van vrijheid op. Het idee dat met wandelen kunst kan worden gemaakt, opent letterlijk nieuwe werelden. Sinds eind jaren zestig onderzoekt Long concepten als tijd, afstand en geografie door in te grijpen in het landschap. Zijn kunstwerken bewegen zich tussen verschillende uitersten, zichtbaar en onzichtbaar. Van een monumentale cirkel in een onherbergzaam gebied tot een steen die hij oppakt en ergens anders weer achterlaat.
De kunstenaar put inspiratie uit wat de natuur hem biedt, van ritmes als eb en vloed tot de stenen die op zijn pad komen. Hoewel een werkzich over een omvangrijk gebied kan uitspreiden, gaat Long uit van de menselijk maat. Dit onderscheidt hem van Amerikaanse Land Art-kunstenaars die in de jaren zestig en zeventig met bulldozers imposante kunstwerken in de buitenlucht maakten. Bij Long wordt de natuur niet veroverd, maar intuïtief behandeld als een soort vriend.